Lars van der Weide werkt als adviseur klimaatadaptatie bij Rijkswaterstaat dagelijks aan het klimaatbestendig maken van het Nederlandse hoofdwegennet. Zijn werk draait om risicoanalyse, adaptieve maatregelen en samenwerking voor een duurzame toekomst. Bestuursacademie Nederland sprak hem over de maatschappelijke impact en relevantie van zijn werk.
‘‘Als adviseur klimaatadaptatie adviseer ik over en draag ik bij aan het voorbereiden van Nederland op de gevolgen van een veranderend klimaat. Ik analyseer de mogelijke effecten hiervan op het wegennet en adviseer vervolgens over adaptieve maatregelen en een toekomstbestendige aanpak.”
‘‘Ik houd er niet alleen rekening mee, de gevolgen van klimaatverandering vormen de kérn van mijn werk. Ik houd me de hele dag bezig met zaken als risicoanalyse, waarbij ik kwetsbaarheden van het Nederlandse hoofdwegennet voor klimaatverandering, zoals extreme neerslag, droogte en hitte, identificeer en analyseer. Daarnaast adviseer ik over maatregelen om de infrastructuur aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Een derde voorbeeld van mijn werkzaamheden is kennisontwikkeling en -deling. Ik draag bij aan de ontwikkeling van nieuwe kennis over klimaatadaptatie en deel deze kennis met collega’s, andere overheidsinstanties en belanghebbenden.”
‘‘Ondanks alle analyses hebben we geen glazen bol: er blijft altijd enige onzekerheid bestaan als we naar de toekomst kijken. Het is daarom lastig te voorspellen wat voor ons land precies de gevolgen zijn van het veranderende klimaat. Dat betekent dus dat je enorm veel verschillende scenario’s moet bedenken én uitwerken. Wetende dat er altijd een kans bestaat dat de maatregelen die je neemt op basis van die scenario’s, toch niet voldoende blijken te zijn.”
‘‘Zonder goede samenwerking tussen wetenschap, overheid en het bedrijfsleven komen we niet tot effectieve oplossingen. Daarom overleg ik bijvoorbeeld met andere netwerkbeheerders binnen de overheid, zoals provincies, om zaken met elkaar af te stemmen. Uiteindelijk wil je voorkomen dat de oplossing die je zelf doorvoert juist risico’s meebrengt voor een ander. Denk aan mogelijke wateroverlast in een naburige omgeving, omdat wij in onze omgeving een maatregel hebben getroffen.”
‘‘We moeten van het Antropoceen niet onze grootste mislukking maken, maar eerder onze grootste prestatie."
– Lars van der Weide
‘‘Klimaatadaptatie is niet hetzelfde als klimaatmitigatie. Bij mitigatie probeer je te voorkomen dat het klimaat (verder) verandert en bij adaptatie probeer je de gevolgen van verandering te verminderen. Deze begrippen worden nogal eens door elkaar gehaald.
Een tweede misverstand is dat klimaatadaptatie duur is. Hoewel sommige maatregelen kostbaar kunnen zijn, kunnen ze op de lange termijn juist kosten besparen door schade en verlies te voorkomen.
Een derde misverstand is dat klimaatadaptatie alleen een taak is voor de overheid. Iedereen kan bijdragen aan klimaatadaptatie, van individuen tot bedrijven en gemeenschappen. Kleine aanpassingen, zoals het vergroenen van tuinen of het verbeteren van waterafvoer, kunnen al een groot verschil maken.”
‘‘Gelukkig zijn veel innovaties veelbelovend. Als ik er twee moet uitkiezen, dan noem ik de steeds beter voorspellende klimaatmodellen, waardoor je steeds preciezer kunt inschatten wat de gevolgen zijn, zowel qua intensiviteit als locatie.
Als tweede noem ik ‘nature based solutions’ (NBS). Dit zijn maatregelen die gebruikmaken van natuurlijke processen om de gevolgen van klimaatverandering te verzachten en tegelijkertijd de biodiversiteit en het ecosysteem te versterken. Denk aan groene daken en gevels, waterpleinen, natuurlijke kustverdediging en stadsparken. Deze oplossingen zijn niet alleen effectief in het bestrijden van de gevolgen van klimaatverandering, maar dragen ook bij aan een gezondere en aantrekkelijkere leefomgeving.”
‘‘Men noemt het huidige tijdvak ook wel het Antropoceen. Daarmee wordt bedoeld dat dit tijdvak zich typeert door een substantiële impact van de mens op onze planeet. Dat kun je met een pessimistische bril bekijken, maar ik ben ervan overtuigd dat die menselijke inbreng juist weer geweldige innovatieve oplossingen zal opleveren. Mijn motto is dan ook om van het Antropoceen niet onze grootste mislukking te maken, maar eerder onze grootste prestatie.”